Kinderfysiotherapie is een erkend specialisme binnen de fysiotherapie. De kinderfysiotherapeut onderscheidt zich van de algemeen fysiotherapeut door zijn specifieke kennis op het gebied van de motoriek van kinderen van nul tot achttien jaar en de invloed daarvan op groei en ontwikkeling.
Kinderen ontwikkelen spelenderwijs hun zintuigen en motoriek. Bij sommige kinderen duurt dit langer of wijkt dit af van het gebruikelijke. Dit kan kinderen belemmeren in hun ontwikkeling, en hierbij een motorische achterstand ontwikkelen. Zij hebben dan meer oefening nodig om een bepaalde vaardigheden onder de knie te krijgen. Deze kinderen kunnen baat hebben bij behandeling door de kinderfysiotherapeut.
Om een volledig beeld te krijgen van het motorisch niveau van het kind doet de kinderfysiotherapeut onderzoek en wordt er gebruik gemaakt van testen. Hierna worden de bevindingen besproken en wordt er een kindspecifiek behandelplan opgesteld. Het doel van de behandeling is dat het kind beter gaat functioneren in zijn leefomgeving en richt zich op de motorische ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. Daarnaast is het belangrijk om het plezier in bewegen te vergroten en dat het kind meer vaardigheden leert.
Bij zuigelingen zijn er signalen die kunnen wijzen op motorische problemen. Bijvoorbeeld: weinig kracht, overstrekken, moeite met verandering van houding of veel huilen. Daarnaast kunnen ze signalen laten zien die duiden op problemen in de motorische ontwikkeling zoals moeite hebben met het liggen op de buik, omrollen en kruipen, billenschuiven of laat los gaan lopen. Sommige zuigelingen hebben een voorkeurshouding, waarbij een afgeplat hoofdje opvalt. De kinderfysiotherapeut kan in de thuissituatie observeren, behandelen en advies geven om dit te
beïnvloeden en te verbeteren.
- Dragen
- Voorkeurshouding/schedelvervormingen:
Als uw kindje tijdens het spontaan bewegen een groot deel van de tijd naar één zijde kijkt of gedraaid ligt, kan dit betekenen dat uw kindje een voorkeurshouding heeft.
We spreken van een voorkeurshouding als uw kindje:
• Tijdens spontaan bewegen driekwart van de observatietijd naar één zijde kijkt of gedraaid ligt.
• Onvoldoende volgt met de ogen en het hoofd naar de andere zijde (vanaf 8 weken). Dit houdt in dat uw kindje niet in staat is om met ogen en hoofd actief over 180 graden te volgen.
• Een normale passieve beweeglijkheid van de nek laat zien of enige beperking van de passieve beweeglijkheid van de nek laat zien.
• Als gevolg van een voorkeurshouding, ontstaat er gemakkelijk een scheve afplatting van de schedel aan de zijde waarna het hoofdje het meest gedraaid ligt. Dit noemen we een plagiocephalie.
• De kinderfysiotherapeut kan in de thuissituatie observeren, behandelen en advies geven om dit te beïnvloeden en te verbeteren.
- Achterstand in motorische ontwikkeling
Bij een achterstand in de motorische ontwikkeling is het van belang om te observeren waar het probleem vandaan komt. De kinderfysiotherapeut kan de motoriek beoordelen en door middel van testen onderzoeken waar het probleem zit. Spelenderwijs stimuleren we de motoriek en het aanleren van meer vaardigheden, zodat bewegen leuker wordt.
Bij peuters zijn er signalen die kunnen wijzen op een afwijkend looppatroon of andere motorische problemen. Bijvoorbeeld: met de voeten naar binnen of naar buiten lopen, op de tenen lopen of veel vallen. Daarnaast kunnen ze ook angstig zijn bij het uitvoeren van vaardigheden of problemen hebben met de fijne motoriek, zoals moeite met rits sluiten, knoopjes dicht maken, tekenen, knippen. De kinderfysiotherapeut kan het looppatroon en de fijne motoriek beoordelen en door middel van testen onderzoeken waar het probleem zit. Spelenderwijs stimuleren we de motoriek en het aanleren van meer vaardigheden, zodat bewegen leuker wordt.
- Tenenlopen:
Tenenlopen is een looppatroon waarbij kinderen niet de gehele voet afwikkelen tijdens het lopen maar alleen hun tenen gebruiken. Tenenlopen kan voortkomen uit veel verschillende oorzaken en kan op zijn beurt weer voor een grote verscheidenheid aan klachten zorgen. Afhankelijk van de situatie, de klacht en de verwachtingen van ouders en kind zal de kinderfysiotherapeut een op maat gemaakt behandelplan opstellen.
- Motorische ontwikkelingsproblemen:
De grove motoriek bestaat uit grote, grove bewegingen die men met (grote delen van) het lichaam maakt, bijvoorbeeld lopen, zwemmen of schoppen. De fijne motoriek om vat de kleine bewegingen. Hiervoor gebruikt men de handen en de vingers om voorwerpen te grijpen en te manipuleren. Voorbeelden zijn tekenen, schrijven en knippen. Vaak zijn dit bewegingen waarbij veel aandacht en concentratie nodig is. In de ontwikkeling van de links-rechtsdominantie komt de grove motoriek voor de fijne motoriek. Stoornissen in de (ontwikkeling) van de motoriek worden spelenderwijs behandeld door een kinderfysiotherapeut. Afhankelijk van de situatie, de klacht en de verwachtingen van ouders en kind zal de kinderfysiotherapeut een op maat gemaakt behandelplan opstellen.
Kinderen in de basisschoolleeftijd kunnen als gevolg van een bewegingsprobleem of het onvoldoende beschikken over motorische vaardigheden, problemen hebben met het volgen van onderwijs of het deelnemen aan sport- en spelactiviteiten. Bijvoorbeeld: moeite hebben met aankleden, veters strikken, fietsen, gooien en vangen of leesbaar schrijven. De kinderfysiotherapeut kan door middel van testen onderzoeken waar het probleem zit. Spelenderwijs stimuleren we de motoriek en het aanleren van meer vaardigheden, zodat bewegen leuker wordt.
Veel voorkomende klachten bij schoolgaande kinderen zijn onder andere:
- Klachten na een breuk of operatie: (eventueel uitklappend)
Klachten na een breuk of operatie kunnen zeer uiteenlopend zijn. Het kan gebeuren dan een zich ontwikkelend kind een achterstand oploopt in het aanleren van bepaalde vaardigheden of in de motorische ontwikkeling in het algeheel. Ook kunnen er specifieke klachten zijn op het gebied van kracht, mobiliteit of uithoudingsvermogen. Afhankelijk van de situatie, de klacht en de verwachtingen van ouders en kind zal de kinderfysiotherapeut een op maat gemaakt behandelplan opstellen.
- nek en/of hoofdpijnklachten:
Nekklachten staan met stip op nummer 1 ook bij kinderen, gevolgd door arm- en polsklachten. Op een normale schooldag brengen kinderen in het basisonderwijs gemiddeld 8 uur zittend door. Dat zijn de uren thuis en op school bij elkaar opgeteld. Voor kinderen in het voortgezet onderwijs is dat nog meer zelfs. Door het gebruik van tablets, smartphones en computerspellen, zitten de kinderen langdurig kromgebogen. Hierdoor ontstaan er vaker nekklachten doordat je zware hoofd te lang naar voren hangt. Ook wel bekend als “de tabletnek” of “de gameboy-rug”. Hierdoor kunnen ook gemakkelijker hoofdpijnklachten ontstaan. Afhankelijk van de situatie, de klacht en de verwachtingen van ouders en kind zal de kinderfysiotherapeut een op maat gemaakt behandelplan opstellen.
- Tenenlopen:
Tenenlopen is een looppatroon waarbij kinderen niet de gehele voet afwikkelen tijdens het lopen maar alleen hun tenen gebruiken. Tenenlopen kan voortkomen uit veel verschillende oorzaken en kan op zijn beurt weer voor een grote verscheidenheid aan klachten zorgen. Afhankelijk van de situatie, de klacht en de verwachtingen van ouders en kind zal de
kinderfysiotherapeut een op maat gemaakt behandelplan opstellen.
- Schrijfproblemen:
Schrijven is voor alle kinderen en volwassenen wereldwijd een vaardigheid die hen in staat stelt om te communiceren. Het schrijven op school is ondersteunend bij andere leerdomeinen, zoals bij taal en rekenen. Een schrijfprobleem kan ook een negatief effect hebben op deze leervakken en op het zelfbeeld van een kind. Hoewel het aanleren van schrijven een schoolse vaardigheid is, blijkt de motorische component een grote rol te spelen. Dit maakt dat kinderen met schrijfproblemen vaak met een hulpvraag komen bij de kinderfysiotherapeut.
- Ademhalingsproblemen:
Ademhalingsproblemen bij kinderen kunnen veel uiteenlopende oorzaken hebben. Voorbeelden zijn hyperventilatie, luchtweginfecties en cystische fybrose. De meest voorkomende chronische aandoening zijn de astmatische klachten. Ademhalingsproblemen als geheel kunnen een grote invloed hebben op het dagelijks functioneren van een kind en de deelname aan activiteiten op school of tijdens sport en spel sterk beperken. Afhankelijk van de situatie, de klacht en de verwachtingen van ouders en kind zal de kinderfysiotherapeut een op maat gemaakt behandelplan opstellen.
Het specifieke van kinderen is dat ze aan voortdurende verandering onderhevig zijn door groei en ontwikkeling. Kinderen zijn dan ook geen ’’kleine volwassenen’’. De groei kan een grote invloed hebben op de houding van het kind en op de stand van de wervelkolom.
Er kunnen groeistoornissen van de wervelkolom ontstaan, bijvoorbeeld: een scoliose (een zijwaartse kromming) of een kyfose (een voorwaartse kromming). De kinderfysiotherapeut kan observeren waar het probleem in de wervelkolom zit en middels oefentherapie en houdingsoefeningen het recht groeien van de wervelkolom stimuleren. Daarnaast kan de groei een grote invloed hebben op het ontstaan van blessures of pijnklachten tijdens het sporten. Voorbeelden hiervan zijn:
- Osgood schlatter:
De kniepees heeft zijn aanhechting vlak onder de knie op het scheenbeen. Bij jonge, groeiende kinderen bevindt zich hier een groeischijf, de plek waar vanuit nieuw bot groeit. Deze plek is bij deze doelgroep daardoor extra gevoelig voor overbelasting. Hierdoor kunnen bij actieve, sportende kinderen klachten ontstaan. Klachten bestaan met name uit pijn (tijdens springen, sprinten of sporten) en mogelijk een zwelling onder de knie, op het scheenbeen.
- Sinding-larsen-johanssen syndroom:
Het Sinding Larsen Johansson syndroom is een knieklacht die ontstaat door irritatie van een groeischijf in de knieschijf. De pees van de bovenbeenspieren hecht ter hoogte van deze groeischijf op de knieschijf aan en bij veelvuldig gebruik kan deze regio geïrriteerd raken. Hierdoor kunnen bij actieve, sportende kinderen klachten ontstaan. Klachten bestaan met name uit pijn tijdens springen, sprinten of sporten.
- Syndroom van Sever:
De ziekte van Sever is een aandoening waarbij de groeiplaat in het hielbeen (op de hak) ontstoken is. De achillespees hecht ter hoogte van deze groeiplaat op de hak aan en bij veelvuldig gebruik kan deze regio geïrriteerd raken. Hierdoor kunnen bij actieve, sportende kinderen klachten ontstaan. Klachten bestaan met name uit pijn bij het landen op de hak (tijdens rennen, sprinten of springen) maar kunnen ook pas na het belasten optreden. Zowel klachten aan de hiel als aan de achillespees kunnen voorkomen.
- Scoliose:
Als bij uw kind sprake is van een zijdelingse bocht of verkromming van de wervelkolom spreekt men van een scoliose. Hierbij kan ook een rotatie of draaiing van de wervelkolom om haar as optreden waardoor een bochel of gibbus ontstaat. Er kan sprake zijn van gibbusvorming, maar dit hoeft echter niet altijd. Men onderscheidt een S-vormige scoliose met twee bochten en een C-vormige scoliose met één bocht. Komt de bocht voor in de borstwervelregio dan spreek je van een thoracale bocht, komt de bocht voor in de lage rug regio dan spreek je van een lumbale bocht.
Vaak zijn het de ouders of de leerkrachten die signaleren dat een kind motorische problemen heeft. Maar ook de huisarts, de jeugdarts (consultatiebureau of schoolartsen) en kinderarts signaleren of een kind in zijn ontwikkeling belemmerd wordt.
Behandeling door een geregistreerd kinderfysiotherapeut is tot 18 jaar verzekerd in het basispakket zonder eigen risico. Er is geen verwijzing nodig en er kan voor advies, onderzoek of behandeling rechtstreeks een afspraak gemaakt worden. Telefoonnummer 043-3431032 of kinderfysiotherapiemalberg@gmail.com
meer info: www.dekinderfysiotherapeut.com
Mag je een kind van 12 behandelen zonder toestemming van zijn ouders? En hoe zit het met iemand van 17 jaar? Wat moeten de ouders dan wél weten en wat blijft tussen jou en je patiënt? In de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (Wgbo) en de AVG is vastgelegd welke rechten en plichten fysiotherapeuten hebben bij de behandeling van minderjarigen. Toestemming en informatie bij minderjarigen
Op grond van de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (Wgbo) is voor verrichtingen ter uitvoering van een behandelingsovereenkomst de toestemming van de patiënt vereist. Tevens moet de patiënt op duidelijke wijze en desgevraagd schriftelijk, geïnformeerd worden over het voorgestelde onderzoek en de voorgestelde behandeling. Vanaf 16 jaar is de patiënt handelingsbekwaam en beslist hij of zij zelf. In de Wgbo is opgenomen hoe om te gaan met toestemming en informatie van kinderen jonger dan 16 jaar. Ook de AVG geeft kinderen jonger dan 16 jaar extra bescherming. Kinderen kunnen de risico’s van een gegevensverwerking niet of minder goed inschatten. Deze regels gelden dan eveneens voor gegevensverwerking.
Jonger dan 12 jaar
Is het kind jonger dan 12 jaar, dan is voor de behandeling toestemming nodig van de ouder(s) of voogd (wettelijke vertegenwoordiger). De verplichtingen die u hebt, zoals de informatieplicht, moet u in dit geval nakomen ten opzichte van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger van het kind. Het kind heeft wel recht op informatie. U moet het kind informeren op een manier die bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind past.
12 tot 16 jaar
Voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 16 jaar geldt een ‘dubbele toestemming’. Dit houdt in dat naast de toestemming van de minderjarige ook de toestemming van diens ouders nodig is, tenzij de behandeling noodzakelijk is om ernstig nadeel van de patiënt te voorkomen of als de jongere ook na weigering van de ouders om toestemming te verlenen de behandeling weloverwogen blijft wensen. Naast de jongere zelf moeten ook de ouders geïnformeerd worden.
16 jaar en ouder
Jongeren van 16 jaar en ouder hebben zelf het recht om een behandelingsovereenkomst aan te gaan. Ze beslissen zelf en hebben zelf recht op informatie. Zonder toestemming kan geen informatie worden verstrekt aan derden, dus ook niet aan de ouders. Bron: https://www.kngf.nl/praktijkvoering/de+praktijk/behandeling-van-minderjarigen.html